bannerperu
 

Dag 5: Chan Chan

12 juli 2008

 

kathedraal van Trujillo
 
Trujillo: Plaza de Armas
 
kathedraal van Trujillo
 
Chimu-cultuur: rainbow temple in La Esperanza
 
Chimu-cultuur: rainbow temple in La Esperanza
 
Trujillo: site van Chan Chan
 
Trujillo: site van Chan Chan
 
Huanchaco: vissersbootjes uit totora-riet
 
 

Om 7u30 opstaan. Voor de middag de stad Trujillo ontdekken.

Al in 1534 gesticht (2 jaar na de landing van de Spanjaarden), nabij de Chimu in Chan Chan. De stad wordt aangelegd in dambordvorm met een centraal plein zoals in Spanje gebruikelijk is. Van de koloniale huizen blijven er maar weinig meer over. De huizen moesten laag en sterk zijn tegen aardbevingen. Vooral officiële diensten en banken onderhouden nu die gebouwen. De centrale Plaza was vooral een marktplaats. Centraal staat hier een vrijheidsbeeld, vaak is het een fontein. In Trujillo was altijd al een groot onafhankelijkheidsgevoel aanwezig. Er is verschil in kerkelijke en burgerlijke koloniale woningen. Republikeins is met ijzer en met glasdelen, een koloniaal huis echter laat verdekt spieken toe. Hoe centraler de kerk ligt, hoe sterker de orde.

We bezoeken de'MERCEDARIOS'-ordekerk die nog voor 80% echt koloniaal is. In de kerk staat 'OLV van de deur' samen met lokale madonna’s. Op straat venten allerlei verkopers, niets belangrijks, als je maar verkoopt: pennen, pilletjes, snoep, enz. We bezoeken een 17'de eeuwse woning waar de opstand vertrok naar het centrale plein. De meubilering is niet origineel maar wel echt Spaans. Een huis was drieledig: het ontvangstplein(pronkerig), de privévertrekken(gezellig) en achteraan de werkruimten(primair). De stad was ommuurd om piraten af te houden. De damstructuur was rond het centrale plein. De ommuring is nu rondweg geworden.

In de stad zien we hoe mensen aanschuiven voor de bevolkingsdienst als we de Trujillo verlaten voor:

Chan Chan:

We gaan nu de Chimu verkennen. Hier was een voorname nederzetting. Op korte afstand staat de huaka van de maan en de zon uit de Mochecultuur, die we gisteren bezochten. Arci iris (regenboog) is een van de voorraadschuren van de Chan Chan stad. De ingangen zijn goed afgeschermd. De Chimu kwamen historisch voor de Inca's en na de Moche. Chimus bouwden niet boven, maar naast elkaar. We zien de regenboog met draakachtige wezens. Het was een grote stad met meerdere paleizen. De kleuren zijn niet meer aanwezig. Het betreft zeer grote paleizen gebouwd tussen 1000 en de 15'de eeuw. Dit zijn andere afbeeldingen, een regenboog eindigend in slangen (=oneindigheid), centraal staan een man en vrouw=fertiliteit. Daar rond lopen krijgers met een mes en een hoofdtooi. De gele(oker) kleur komt nog licht voor, naast rood, indigo(blauw),....Het gezicht kan in Chimu soms een derde dementie hebben, door de laag dikker aan te brengen bij de bouw. Het gebouw is imposant groot voor de 1'ste eeuw. In de verte zie je de berg waar we gisteren waren in de oudere Mochecultuur. Chan Chan was logisch gebouwd en reikte aan de zee. Het is het grootste adobegebouw ter wereld.

Daarna bezoeken we een Chimu-pottenbakker. Centraal staat de voorraadschuur opgesteld.

Vervolgens bezoeken we een paleis: Nik-An (Tschudi). Weerom een kleine centrale ingang. Er was een heerser voor heel de Chimu, de ingang werd door iedereen gebruikt, ook door de koning. We komen op een centraal plein waar je merkt hoe groot het geheel is. Dit was een ontvangstplein. Centraal is de zeeotter, de lijnen zijn de golven van de zee. We zien vissen, dus alles heeft te maken met de zeecultuur van de Chimu. Sommige paleizen zijn 440 meter lang. Heel het paleis wordt een dodencultus als de koning sterft, de zoon bouwt een nieuw paleis. De vader is gemummificeerd en wordt nog meegedragen bij grote stoeten. De Chimu bestond nog bij de Inca’s en ook toen de Spanjaarden hier waren. Het volgende plein is waar de grote Chimor (=koning) de mensen ontving. De visnetstructuur komt hier veel voor. Nu zijn ze de originele stukken aan het over plakken met glasvezelafgietsels. Onontgonnen ziet het er onherkenbaar uit. Het hart van het paleis, minder versiering, is niet afgewekt of het kunstwerk is verwoest. Er zouden zo'n 35.000 inwoners geweest zijn maar de meeste hebben de binnenkant van de paleizen nooit gezien. Het geheel is een complex waar nog veel vraagtekens bij overblijven. Dan zien we een waterput met riet. Er waren er zo een honderdtal, een put uitgraven tot je aan het grondwater bent. Die watervoorraden waren uiteraard essentieel in de stad. Ook was het een religieuze plek waar mensenoffers werden teruggevonden. Zeelui geloofden erg in de maan, waarvan ze wisten dat die water beïnvloed. De waterputten waren vanzelf ontstaan bij het uitgraven van adobestenen. Hier zijn de stenen niet gemerkt, wat er op duidt dat ze handenarbeid leverden als belasting. Riet groeit hier, het water verzout. Het 'totora'-riet zuivert het water. Onderaan zijn keien aangebracht, want adobe zou het water niet weerstaan. Via smalle doorgangen bereik je weer een nieuw complex. In dit paleis werd de koning begraven samen met 44 volgelingen (vrouwen, priester, militaire leider, enz.). In de centrale sleuf lag de koning, rondom lagen graven van de anderen, dus niet samen met de koning zoals bij de Moche. Het begon met een paleis (9'de eeuw), en zo een groei van de stad tot de Spanjaarden. De zoon van de koning bouwt een nieuw paleis, het oude blijft wel in onderhoud, maar niet in gebruik. Het is Chimugoud dat gebruikt werd als prijs aan de Spanjaarden voor Hathualpa's leven. Die belofte werd niet gehouden, het goud gesmolten, de mummies van de Chimu- en Incakoningen verbrand. Heviger konden de Spanjaarden de Inca's niet straffen.

In totaal was Chan Chan 45km2 groot met 35.000 inwoners, waarvan er nu nog 14km2 te zien is. (Ter vergelijking: dorp de Klinge, 2,82km2 en 3.100 inwoners vandaag). Of nog anders: wat we bezochten 360 maal vergroten. Onvoorstelbaar.

We bereiken de Stille Oceaan en zien het eerste paardje van 'Totora', een eenmansbootje. Een demonstratie maakt dit vlot duidelijk. We eten in het haventje van Huanchaco en genieten van een heerlijk visbuffet. Zoals overal zie je modellen van auto's uit onze kindertijd.

Chulukana, een klein dorpje in het noorden maakt heel mooi modern beeldhouwwerk. Voor 15 sol laat je dat niet staan.

Een pakaj, een peulvrucht die aan bomen groeit, lekker zoet om te proeven in de bus.

Om 0u45 komen we aan in het hotel in Lima. We zien het nachtleven en vernemen dat elke wijk moet betalen voor aanleg van parken, veiligheid, enz. Voor Myriam is dat 115euro per jaar in de wijk Mia Flora.