bannerperu
 

Dag 10: Busrit naar Puno

17 juli 2008

 

 
merengebied Lagunillas
 
merengebied Lagunillas
 
lama
 
 
puno
 
 

Het vertrek loopt niet vlotjes. Danielle heeft hoogteproblemen en Ludo krijgt lichte hartproblemen. Maar de reis wordt voortgezet. Vandaag stijgen we tot bij de 5000meters hoogte.

Mismi-berg (meer dan 5000m) levert de Amazone het beginwater. Een massa hoge bergen en vulkanen. Hier komen de vizcacha’s voor, een konijnensoort met een krulstaart. We krijgen er meerdere te zien. Het water is ondanks de felle zon bevroren. 70% van de textielproductie is in de omgeving van Arequipa. We rijden nu tussen de hoogste bergen en vulkanen. We bewonderen een krater die bij de laatste uitbarsting echt ontplofte. We passeren Patapampa op 4910m en Patahusi. Apacheta's  (opgestapelde stenen) werden door de bevolking opgericht om bergen te imiteren en worden gebruikt als offerplaats.

Yareta, een schermbloemige (gelijkt op mos) heeft geneeskracht voor bronchitis en suikerziekte. De plant is nu beschermd omdat ze lokaal werd gebruikt als brandstof. We krijgen een mooi beeld op de Chanchani, met zijn bruine afdruipmassa.

Wij zouden 3 liters moeten drinken per dag. 1 liter is hier benedenmaats.

Er is gezondheidszorg op basisvlak. Geen operaties mogelijk. In centrale steden (vanaf de grootte van Chivay) kan geopereerd worden. Wie belasting betaald en loon ontvangt heeft dus openbare gezondheidszorg. Ten slotte is er private gezondheidszorg, erg duur maar degelijk. Vandaar ook grote sterftecijfers, meestal willen ze ook niet geholpen worden op onze wijze, maar in familiekring. Basismedicatie is voorhanden, gratis, maar de verspreiding en de verdeling loopt vaak fout (vaak door corruptie).

De cocaplant is 2.5 meter hoog, groeit in vochtige streken. Ze kan driemaal per jaar geplukt worden en ze gaat 10 jaar mee. De bladeren kauwen is de beste toepassing, pruimen. Als je er op kauwt wordt je kaak verdoofd. Ook voor de hoogte helpt het goed. Ook religieus wordt het geofferd en het dient ook om voorspellingen te doen. Het misbruik is de verwerking van cocaïne. 90% gaat naar dit laatste gebruik. Het probleem dat vroeger Europees en Amerikaans was, slaat nu ook over. Lima en grote steden hebben een bloeiende cocaïnehandel. Vaak is de producent van blaadjes enkel toeleverancier, maar nu vaak ook zelf verwerker tot verdovingsmiddel. Overschakelen is mogelijk maar er is geen grotere opbrengst mogelijk dan die cocaplant.

We zien op de doorreis een gesteente met pieken. De oorzaak zou een uitstulping van lava zijn, en de erosie zorgde voor het verfijnde profiel. We rijden door een desolaat gebied op weg naar La Gunillas, het merengebied waar we onze lunchpakketten zullen smaken. In dit gebied is er zelfs geen draadloos telefoonverkeer mogelijk. We passeren Imata en andere kleine ontvangstplaatsen, hier passeert zelfs de zeldzame treinverbinding (Punto-Arequipa). Alleen Ishugras groeit hier nog. Dus houden ze alleen dieren. Verwarming is er niet. Ze warmen zich met alpaca dat vijfmaal meer warmte zou geven dan schapenvellen. Er is ook een kopermijn in de omgeving.

Zomer en winter hier, op ongeveer 4300meters: in de winter vriest het harder 's nachts. In de zomer is de dagtemperatuur ongeveer gelijk, maar het regent veel. Lachonia's zijn de meren in dit landschap. Het is een plezier om in deze mooie omgeving rustig te eten. De picknick wordt algemeen gesmaakt.

Het landschap is nu glooiend, we zijn in Altiplano, vlak hoogplateau waarin het Titicaca-meer ligt, we zijn beneden de 4000 meters gezakt. We bemerken verschillende vervallen Incadorpjes en als je goed kijkt heeft elk dorp nog Incaruïnes of huisjes die op de resten van Incawoningen gebouwd zijn. Het draadloze telefoonverkeer werkt met korte tussenpauzes. Hier worden de stenen gebakken, dus geen adobe meer, die gedroogd werd in de zon. De regio van Puno ileeft vooral van veeteelt, een korte vruchtbare periode uitgezonderd. Fruit wordt hier uit het oerwoud aangevoerd. Hier is al meer water aanwezig, soms zelfs iets te veel... Voor we Puno bereiken rijden we nog door Juliaca, waar vooral de markt bekend is. Het is een ongure stad, smokkel en niet veilig. De vrouwenkleding is anders, rokken en een speciale hoed. Cetcha en Alimara zijn de bevolkingsgroepen. Deze laatste zijn donkerker, stug karakter, een eigen taal, korte benen.

Er wordt vaak gevochten. Wie problemen heeft gehad kan in een novemberfeest de zaak beslechten: Dit gebeurt met een flink gevecht, daarna is de zaak definitief geklasseerd. Pas nu de stad al uitgegroeid is, denken ze aan rioleringen. Een boerderijtje bestaat uit verschillende gebouwtjes in vierkantsvorm. Ze leven buiten. Opslag, eten, slapen zijn gescheiden. Maar tafels en stoelen of bedden zijn er niet in huis. Slapen doe je op een klein verhoog met enkele dekens.

Puno is een echte feeststad. 19 grote feesten per jaar naast alle kleinere. Arme mensen sparen alles uit om een goede beurt te maken tijdens die feesten. Tegelijk oogt deze stad arm en onderkomen Hier groeit het riet dat we morgen zullen zien op het rieten eiland. Tijdens het avondeten krijgen we een extra attractie: drie ontsnappende lama's.