bannerperu
 

Dag 12: busrit naar Cusco

19 juli 2008

 

Puno
 
Kerkje van Pucaro
 
 
leuke kindjes achter de schietkraam
 
 
 
boer op hoogplateau van de Altiplano
 
Apu-Chimboya
 
trein Puno naar Cusco
 
San Pedro de Cacha:ruïnes van de tempel van Raqchi
 
San Pedro de Cacha:ruïnes van de tempel van Raqchi
 
San Pedro de Cacha:ruïnes van de tempel van Raqchi
 
San Pedro de Cacha
 
San Pedro de Cacha:ruïnes van de tempel van Raqchi
markt van San Pedro de Cacha
 
poort naar Cusco

Bij ons vertrek stoppen we voor een prachtig panorama van de stad Puno en het Titicacameer.

De Ketswakalender: de maanden worden ingedeeld. We vangen aan met de maand augustus. De vis is augustus en ze bestuderen wanneer ze moeten oogsten. September is het zesdelige om te zien welke gronden zullen gebruikt worden. Oktober is een offermaand. November is het kiezen van de autoriteiten en offers voor moeder aarde. Elk deel van de zes heeft zijn chef. December is een grote vogel met eerbied voor het behouden ter plaatste (velen trekken weg om elders werk te zoeken). Januari is de tijd van het gerst en koren zaaien op enkele van de zes delen. Februari keren mensen die elders gingen werken terug om op het plaatselijke land te werken. Ook moet er geofferd worden. Maart is de grote vergadering van de raad. De vogels worden bestudeerd om te zien hoe goed de oogst zal zijn. April is de oogst maand. In mei moeten ze de huizen bouwen met de hulp van familie. Ook de schapenviering voor veel textiel valt dan. In juni is er veel aandacht voor de landbouw. Ook worden de huwelijken geregeld na een jaar of meer samenwonen. De schapen spelen een belangrijke rol. Juli ten slotte is de bliksemviering, die zorgt voor regen. Er zijn drie werelden: het hogere (de Condor als beeld), het wereldlijke (de poema als beeld) en het onbegrijpelijke (het Zuiderkruis=Chakana). Het Ypafeest maakt de overgang in de kalender gewijd aan jonge koppeltjes. De kledij is beïnvloed tussen Andes en Spaanse elementen. De vele rokken, voor een jong meisje kan het tot 15 rokken gaan, moeten haar als bruid aantrekkelijk maken. De kleding wordt gemaakt door de eigen bevolking. De man maakt de vrouwrokken, de vrouw weeft de riem en het mannelijk zakje. De man moet een muts maken, de schoonvader test die muts op de waterdichtheid. Het breien moet dus zeer goed gekend zijn. Hun breikunst bepaalt mee hun status. Ze beginnen te oefenen op hun zevende jaar. Ook het eren van de doden is belangrijk. Offeren voor moeder aarde is belangrijk. Het Kruis is zowel voor katholieken als Inca's belangrijk.

We rijden door het hoogplateau. Weerom zien we oude dorpen die er desolaat bijliggen, vergane glorie. In sommige woningen wonen nog gezinnen, heel armoedig.

De stam Pukara leefde hier op het hoogplateau (200 voor tot 200 na Chr.). Alle beelden hebben een mensenhoofd in de hand (overwonnen stam?). Hun cultuur was inspirerend voor andere stammen. Ook dieren stonden centraal. De dubbele stier ontstond door de Spanjaarden. Hier waren offerbeelden in de vorm van een lama gekend. Het gebruik was eerst een religieus gebruik. De keramiek is hier al heel oud. Typisch zijn katachtige die in een wierookvaatje verwerkt zijn. Het is een pottenbakkersvolk. Als je denkt hoe oud deze keramiek is, kan je alleen met verwondering toekijken. We bezoeken dit dorp met zijn koloniale kerk. Hier zien we het bewijs dat vele cultuurelementen zijn doorgegeven tot bij de Inca's. Het eerste goud dateert van 6000 jaar voor Chr. De Pukara was de voorloper voor de grotere cultuur van de Tiwanaku. Later volgen diverse culturen. Pukara valt samen met Sican en Moche. Manco Qhapac komt pas rond het jaar 1000. De vis speelt een belangrijke rol in de Pukara.

De plaatselijke kerk is heel eenvoudig maar zuiver van stijl, Europese renaissance maar in goedkope materialen. Ook hier is al enige vermenging van de lokale kunstenaars merkbaar.

De natuur is belangrijk. Ze letten op vogels en sterren. Ook de terrassenbouw is belangrijk. De voren worden vol water gezet, overdag schijnt de zon erop en de volgende nacht heeft de vriestemperatuur geen vat meer en kan men tot zeer hoge hoogte teelten. De aardappelen zijn zeer belangrijk en bestaan in vele soorten. Maïs is ook belangrijk, vooral in de regio Cusco. Zo bestaan er nog vele soorten. Eigenaardig is het verwerken van klei (chaku) in de voeding als er buikpijn optreedt. De lokale traditie is echt verweven met de katholieke kerk. Eerbied hebben ze voor de bliksem, die de hemel en de aarde verbindt. Dus sterven door de bliksem is een goed voorteken. Pache mama (moeder aarde) speelt ook een centrale rol in hun leven. Een kind wordt gehurkt geboren, het kind wordt op de rug gebonden, ze dragen geen ondergoed. De Ekeko is een beeldje in huis dat geluk zal brengen. Er wordt aan geofferd. Rijk worden is de droom voor iedere Peruaan. OLV Lichtmis heet hier OLV van de Kandelaar. In de stoeten loopt men met prachtige kledij, waaraan te veel geld gespendeerd wordt, maar hier is het een eer. Allerlei dansen beelden het lokale leven uit. Kledij wordt in het klein gemaakt, geld wordt nagemaakt, enz. enkel ten dienste van de geluksbrengers in huis (o.a. de Eqeqo).

Onder de vele indianenstammen met eigen typische kledij kunnen we opsommen: kajelos, wipalas, ayarachis, sikuris, tinkus.

De nationale bloem van Peru is de Kantuta.

We hebben het hoogplateau van de Altiplano verlaten (3953m hoogte), we beginnen te klimmen en genieten andermaal van prachtige landschappen. We klimmen hoger tot 4313m in La Raya, enerzijds de plaats waar de zon opkomt volgens de Inca's en anderzijds de bron van de Vilcanota (=Urubamba). Alle water wordt hier gesplitst naar de koude zone richting Titicaca, het andere water gaat richting Atlantische oceaan (het warme deel van de Andes).

Maïs, zonnebloemen, pindanoten, tabak, aardappel, cacao, tomaat en het cocablad zijn producten die uit Zuid-Amerika werden ingevoerd. Omgekeerd leverden wij de graangewassen, de kippen, varkens, schapen, koeien, paarden (de ruiter te paard was goddelijk) en ook de roos is uit Europa en vooral uit Spanje afkomstig.

Plots zijn de huizen groter en vaak met een verdieping dank zij een eucalyptus gebinte. Deze streek is duidelijk welvarender. De typische muurtjes van opeengestapelde steentjes zijn hier overgroeid, wat er een grotere eenheid van maakt in het landschap. Soms zie je zelfs huizen met drie verdiepen verschijnen. De regio van Cusco is niet zinnens zijn welvaart te delen met de regio Puno en andere. Waar hebben we dat nog gehoord? Bij de verkiezingen worden symbolen gebruikt i.p.v. namen omdat de meeste niet kunnen lezen.

Vrouwen wassen hun klederen in de rivier en leggen ze te bleken.

De mannen dragen meestal moderne kledij, de vrouwen hebben nog traditionele kledij die afwijkt van wat we tot hiertoe zagen. De hoedjes zijn per dorp verschillend.

In de kuststreek is de landbouw heel modern met uitvoer naar Amerika en Europa. Elders is te veel handwerk nodig met verouderde werktuigen.

We zijn in het zonnige deel van de Andes aanbeland. 20 graden is hier normaal.

De Heilige Vallei heeft alle troeven voor de landbouw.

We eten in Sicuani. Verzorgd, dat wel, maar 100sol om drank te betalen is een echte ramp. De zaak kan niet teruggeven. Een klant aan een tafeltje moet wisselen.

We bezoeken de imposante Incatempel van Raqchi (oude benaming) van San Pedro de Cacha (3485m), de tempel voor de god Viracocha.=hij die de wereld schiep). Dit was het centrum van de Inca's, zowel economisch als politiek. Alle grote wegen passeerden hier, de locale en de internationale (Colombia, Ecuador, Peru, Raqchi, Bolivia en Argentinië). Hier waren ook 260 ronde graanschuren voor alle droge voedselvoorraden. Niemand leed honger in ruil voor werk. Gezien de centrale ligging in alle richtingen konden de 260 ronde gebouwen voor voorraad hun nut bewijzen bij hongersnood. Dit was het centrum voor militaire, religieuze en burgerlijke leiding. Van hieruit kon zowel de regio Puno en Cusco bevoorraad worden. Het complex is gemaakt van vulkaansteen. Er waren waterbronnen aanwezig. Een zuilengaanderij (rond) onderaan steen daarboven leem vormden de hoogbouw. Er zijn huisjes rond een rechthoekig terrein waar ambachten werden uitgevoerd. Dit is een 15'de eeuws gebouw. Yupanki  en zijn vader maakten de Inca groot. Gezien er Anduskruisen voorkomen in de hoogbouw moet het gebouw een religieus doel gediend hebben. De Coyacultuur kende de ronde bouwstijl al, waarschijnlijk komt daar de stijl vandaan. 12 meter hoog is het gebouw. Ook het gebruik van de adobesteen hadden de Inca's te danken aan de Coya. Op 21 juni (zonnewende) kwam de zon op precies in de centrale laan. Hier zouden de voornaamste Incavrouwen hebben verbleven. Een eigen waterbron was de kern van een leefbare tempel.

Inca's moesten als belasting werken voor hun volk, vandaar dat de bouw wel snel zou kunnen gebeurd zijn.

Geschiedenis van het Incarijk in een notendop:1438 de stam van de Tsanchas worden overwonnen en dit is de start van een uitbreiding in alle richtingen. Er was 11.000km wegennet langs de kust, maar ook de Andes in. Ze waren zeer goed georganiseerd. Ze veroverden volkeren die ze moesten overheersen. Zeer vaak werden die volkeren verhuisd opdat ze gemakkelijk onderdrukt zouden blijven. Het Ketchwa was de officiële taal. De veroverde moesten de Incagewoonten overnemen. Zeer veel elementen van de Inca's (werkmethoden, gewoonten, werktuigen, technieken, enz.) zijn nu nog aanwezig. Hoe konden de Spanjaarden met 125 man dit rijk overwinnen? Ze hadden vuurwapens (voor de Inca's goddelijk, het leek goddelijke bliksem), paarden met ruiters waren voorspeld (het waren de goden die terugkeerden). De Inca's waren dus eerder nieuwsgierig dan vijandig. Tegelijk had Hathualpa zijn broer laten vermoorden waardoor de Inca's zwakker werden door verdeeldheid. Pokken en mazelen waren uitgebroken onder de Inca's. Hathualpa werd gevangen genomen en in het Incarijk gebeurde niks als het hoofd geen bevel gaf. Het leger viel stil. Ook de overwonnenen trokken de Spaanse kaart. Al die elementen samen maakte het mogelijk om met een heel klein leger het machtige Incarijk te overwinnen.

Onderweg zijn ondertussen bijna alle huizen voorzien van dakpannen.

In Urcos staat het monument voor Túpac Amaru II  leidde de opstand samen met zijn vrouw tegen de Spanjaarden. Hij werd gevierendeeld op de markt in Cusco, de rest van zijn familie werd vermoord. Het was eigenlijk een interne strijd tussen Spanjaarden die zich wilden afscheuren van Spanje en Spaansgezinden. Túpac Amaru II  was een Mestich (een gemengd type).

Andahuaylillas bezoeken we voor zijn kerkje. Het dorpje leeft van landbouw en een steengroeve. In de Spaanse tijd moet het belangrijk geweest zijn, dat zie je aan de gebouwen. De kerk dateert uit 1626 met Moorse invloed. Een fresco laat je kiezen tussen over rozen te lopen (en daarna in de hel belanden) of het pad met doornen, ontbering, en dan wacht de hemel je op. De kerk is ongelooflijk rijk als je kijkt naar het onooglijke dorpje. Een Vlaamse schilder Wierickx zou de fresco’s gemaakt hebben. De restauratie gebeurt onder andere door de Franse Ambassade. Een juweel van een kerk.

We stoppen even voor Pictiacta, de toegangspoort tot de stad Cusco vanuit de richting Puno. Hier hebben we 'de zon zien ondergaan in Cusco'-land zoals Johan Verminnen zingt.

We bereiken Tawantinsuyo (het rijk van de vier windstreken) of Cusco. Het is plots donker na de zonsondergang en het valt op: geen openbare verlichting en in de huizen praktisch nooit licht. En als er licht is, gaat het om een 40 of 60watt lampje. Eens in de stad Cusco is er volledige straatverlichting en zijn de huizen beter verlicht, maar niet vergelijkbaar met onze normen.

Studeren na het middelbaar is maar aan 10% gegeven. Zeer vaak moeten ze bijverdienen (dagschool met avondjob of avondschool en weekend met dagjob). Soms zelfs moeten studies onderbroken worden om een buffer aan te leggen voor het vervolg.

We nemen afscheid van ons jong, maar zeer bekwaam gidsje. Met slechts twee jaar ervaring en met haar mooie tekeningen heeft ze groep zeker bekoord of zoals Myriam dat zegt: dit wordt een goeie.